Aandachts­punten en richtlijnen bij beeldbrieven

In een beeldbrief heeft beeld naast woorden een ondersteunende functie om een boodschap effectief en duidelijk over te brengen. Op deze pagina lees je aandachtspunten bij het opstellen van een beeldbrief in het algemeen en enkele aandachtspunten per beeldvorm: iconen, illustraties en foto’s.

Algemene aandachtspunten

Stop niet te veel informatie in 1 brief. Haal uitzonderingen en randzaken uit de brief. Beperk je tot de hoofdboodschap. Gebruik beelden om handelingen waartoe je oproept te stimuleren, zoals het maken van een afspraak, afval wegbrengen of een oproep om iets mee te nemen. Vaak helpt het om dit in de vorm van een stappenplan te visualiseren (in ‘stripvorm’).

Ieder beeld heeft 1 boodschap. Ondersteun ieder beeld met tekst, waarbij beeld en tekst dezelfde betekenis hebben. Gebruik duidelijke en eenvoudige taal in de brief. Taal die ook voor volwassen, vriendelijk en respectvol is. Eenvoud is namelijk iets anders dan kinderlijk. Gebruik bij voorkeur alledaags taalgebruik en korte zinnen, en schrijf actief.

Voorbeeld van een duidelijke boodschap in 'stripvorm' over hoe je een prik tegen het coronavirus kunt halen.
Voorbeeld waarbij de handelingen in een stappenplan zijn weergegeven, voorzien van beeld. (beeld: gemeente Amsterdam / Studio Claro)
Tekst in de afbeelding

Zo haal je je prik tegen het coronavirus!

Vaccineren is belangrijk. Ook voor jonge mensen. De prik is veilig en uitgebreid getest. Je mag zelf kiezen of, waar en wanneer je de prik neemt. Zo werkt het:

  • Illustratie 1: een persoon bekijkt een uitnodiging voor de coronaprik. Bijbehorende tekst: ‘Je hebt een uitnodiging. Maak een afspraak of ga naar een vaccinatielocatie.’
  • Illustratie 2: dezelfde persoon denkt na met een mobiele telefoon in zijn hand. Bijbehorende tekst: ‘Kies een vaccinatielocatie in de buurt. Kijk daarvoor op ggd.amsterdam.nl/priklocatie.’
  • Illustratie 3: de hand van de persoon is zichtbaar, terwijl hij een vragenlijst invult. Bijbehorende tekst: ‘Vul vóórdat je gaat de vragenlijst in.’
  • Illustratie 4: de uitnodigingsbrief en vragenlijst, een identiteitsbewijs, een paspoort en een mondkapje. Bijbehorende tekst: ‘Neem mee: brief, vragenlijst, ID of paspoort, mondkapje.’
  • Illustratie 5: de persoon luistert muziek met oordopjes in en draagt een rugtas. Naast de persoon staat een bord met ‘Vaccinatie’ en een pijl. Bijbehorende tekst: ‘Ga naar de vaccinatielocatie. Je mag één iemand meenemen.
  • Illustratie 6: een arts zet de prik in de bovenarm van de persoon. Allebei dragen ze een mondkapje. Bijbehorende tekst: ‘Je krijgt één prik in je bovenarm.’
  • Illustratie 7: een andere arts zet de volgende prik in de bovenarm van de persoon. Allebei dragen ze een mondkapje. Op de achtergrond hangt een kalender met een gearceerde datum. Bijbehorende tekst: ‘Na een paar weken krijg je nog een prik.’
  • Illustratie 8: de persoon toont blij de pleister van de prik op de bovenarm. Naast hem 2 vrienden, van wie 1 de duim opsteekt en 1 een hartje maakt met haar handen. Bijbehorende tekst: ‘Zo bescherm je jezelf en je vrienden tegen corona.
  • Gevolgd door een QR-code. Bijbehorende tekst: ‘SCAN ME. Meer weten? Scan de code of bel 0800 7070 of kijk op coronatest.nl.’

Aandachtspunten bij alle beeldvormen

Zorg dat de beelden groot en scherp zijn. Dat bevordert de zichtbaarheid. Gebruik afbeeldingen in kleur, maar zorg ervoor dat de beelden ook in zwart-wit goed lees- en zichtbaar zijn. Zo blijft de brief leesbaar als mensen er een kopie van maken.

Afwijkende elementen leiden vaak af en zorgen voor misinterpretatie. Vermijd dan ook een creatieve uitwerking van het beeld dat je gebruikt. Het gaat om duidelijkheid, niet om originaliteit. 

Stuur op congruentie in boodschap en design. We hebben impliciet en onbewust namelijk associaties bij bepaald design. Ter illustratie: een serieus onderwerp beschrijf je niet in een lettertype als comic sans. Een verbod communiceren we met de kleur rood, terwijl groen wordt geassocieerd met goed en gaan. Deze zaken ‘horen bij elkaar’. Afwijken daarvan zorgt voor verwarring.

Houd afstand. Deze boodschap wordt uitgebeeld door 2 poppetjes die met 1 been staand en 1 been leunend volledig symmetrisch tegenover elkaar staan. Ze strekken hun armen uit, waardoor er tussen hun handpalmen 1,5 meter afstand is. Tussen de handpalmen loopt een wit stippellijntje en staat '1,5m'.
Verwarrende beeldcommunicatie door de afwijkende elementen. (beeld: gemeente Amsterdam)
Stoeptegel met de tekst 'houd afstand'. Daaronder staan 2 poppetjes, met ertussen 5 stoeptegels op een rij afgebeeld. En de tekst '5 tegels', om aan te geven hoeveel tegels afstand er minimaal moet zijn tussen personen.
Duidelijke beeldcommunicatie door eenvoud en congruentie. (beeld: Ben van Hamersveld)

Tekens en iconen

Gebruik bij voorkeur iconische tekens, want daarvoor heb je de minste kennis nodig om ze te begrijpen. Gebruik iconen in de meeste simpele vorm, waarbij de betekenis nog overeind blijft. Want: hoe minder je gebruikt om een boodschap over te brengen, hoe kleiner de kans op misinterpretatie. 

Soms is het gebruik van bepaalde iconen gemeengoed, ondanks dat het icoon op zichzelf niet duidelijk is. Bijvoorbeeld: een icoon van een man op een deur betekent dat er een wc voor mannen achter de deur is. Maar sec bekeken is dat icoon helemaal niet duidelijk; er is namelijk geen wc afgebeeld. Tóch is het in zulke gevallen beter om je aan conventies te houden, dan om zelf een nieuw icoon te ontwerpen. Zo sluit je met je icoon aan bij eerder geleerde associaties, waardoor een ontvanger sneller de juiste betekenis aan het icoon geeft.

Icoon van een 'oude' portemonnee.
Weergave van een ‘oude’ portemonnee, vooral geschikt voor muntgeld.
Icoon van een 'nieuwe' portemonnee.
Weergave van een ‘nieuwe’ portemonnee, vooral geschikt voor pasjes.

De wereld om ons heen verandert. Dat kan ertoe leiden dat mensen de betekenis van iconen niet goed begrijpen of verkeerd interpreteren, omdat ze zijn verouderd of juist erg modern zijn. Hou bij de keuze voor iconen daarom rekening met het referentiekader van de doelgroep; dát bepaalt welke iconen effectief zijn.

Illustraties en foto’s

Beeld een gewenste handeling letterlijk uit en maak daar een foto of illustratie van. Vermijd onnodige details, want die leiden af. Snijd de achtergrond van de foto daarom weg of maak deze out-of-focus. Zo zet je het gewenste gedrag in de spotlight.

Breng mensen in beeld waarmee de ontvanger zich identificeert. Gelijke anderen dus. Vermijd stockfotografie en kies voor ‘neutrale’ en echte mensen zonder afwijkende details, zoals zeer opvallende oorbellen of zichtbare tatoeages. Ook dat kan afleiden van de boodschap. Beeld de persoon af in de leefomgeving van de ontvanger of in de context waar het gewenste gedrag plaatsvindt. 

Gebruik voor de foto’s en illustraties een normaal perspectief. Dat wil zeggen: breng het in beeld op ooghoogte, zoals mensen het doorgaans zien. Als een persoon iets voordoet, dan kijkt de persoon naar de handeling die deze uitvoert en kijkt van links naar rechts (in lijn met de leesrichting). De persoon kijkt neutraal en niet in de camera. Ofwel: de persoon is gericht op de handeling, niet op de lezer van de beeldbrief. Beeld zaken die mensen mee moeten nemen vrijstaand en plat af.

Design en opmaak van een beeldbrief

De opbouw van een beeldbrief heeft vaak een vaste volgorde:

  1. Waarom krijg ik deze brief?
  2. Wat betekent dit voor mij?
  3. Wat moet ik doen, hoe moet ik dat doen en wat levert dit op?
  4. Waar kan ik terecht met vragen?

Belangrijke tekst is vetgedrukt en het onderwerp van de beeldbrief staat duidelijk in het briefhoofd. Verder helpt het om korte tussenkopjes in ‘ik-stijl’ te zetten met een vragende vorm (‘Waarom krijg ik deze brief?). Onder ieder kopje zet je het antwoord. De alinea’s zijn kort en bevatten als vuistregel 4 tot 5 regels. Elke zin bevat slechts 1 boodschap en begint bij voorkeur op een nieuwe regel.

Je bevordert de leesbaarheid van een (beeld)brief door een grotere letter (corps) te gebruiken, met een regelafstand tussen de 1,2 en 1,5. Lijn alle tekst links uit en maak de tekst zwart. Dat zorgt voor optimaal contrast op wit papier. Beperk het gebruik van inspringen, kaders/blokken en onlogische plaatsing van tekst. Zo voorkom je dat lezers moeten zoeken naar de volgorde van lezen. 

Tekstkaders en kleurvlakken, uitroeptekens, pijltjes en symbolen maken een brief onrustig. En daardoor minder begrijpelijk. Witruimte brengt rust en maakt een brief toegankelijk. Gebruik geen ‘opleukbeelden’. Beeld in een beeldbrief heeft tot doel om iets duidelijker te maken, niet om iets leuker te maken. 

Literatuur en bronnen